3 juli 2014

3 mei 11 - Persbericht Regiorapportage Noord-Veluwe

NOORD-VELUWE - Het opleidingsniveau van de Noord-Veluwse beroepsbevolking is de laatste 5 jaar gestegen; daling lager opgeleiden en stijging middelbaar opgeleiden. De beroepsbevolking (het aantal mensen in de leeftijdscategorie van 15 tot 65 jaar dat werkt of op zoek is naar werk) stijgt de komende jaren nog iets. Het aandeel van de mensen in de leeftijd van 45 tot 65 stijgt met ruim 9% naar 44% van de beroepsbevolking in 2015. Deze vergrijzing vergt aanpassing van bedrijven en organisaties. Voor de iets langere termijn is er de uitstroom met verlies van kennis en daling van de beroepsbevolking. Om de te verwachten krapte op de arbeidsmarkt op te vangen, moeten werkgevers en overheden, in samenwerking met het onderwijs, maatregelen nemen om de deelname van niet-werkenden aan het arbeidproces te bevorderen. Dat zijn de belangrijkste conclusies van het 'Regiorapport Noord-Veluwe'.[CAB regiorapport...] Dit rapport brengt de ontwikkelingen van de regionale arbeidsmarkt tot 2015 in beeld.

Deze conclusie sluit aan bij het Regionaal Arbeidsmarktbeleid, dat de gemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Nunspeet, Oldebroek en Putten eind 2009 in werking hebben gesteld. In het kader van dit beleid werkt de lokale overheid samen met werkgevers en het onderwijs aan een betere afstemming tussen vraag en aanbod op de arbeidmarkt. Als goed voorspeld kan worden hoe de vraag naar personeel er in de nabije toekomst uitziet, verzekeren werkgevers zich van een betere invulling van hun personele behoeften en kunnen scholen aan leerlingen en ouders gerichte adviezen geven over opleidingen met een grotere kans op werk. Bovendien kunnen niet-werkenden met meer kans op succes worden begeleid. Het beleid richt zich onder meer concreet op het verhogen van het opleidingsniveau van de beroepsbevolking en op het bestrijden van de jeugdwerkloosheid. Uitgangspunt in het beleid is de vraag van werkgevers. Onderzoek helpt maar de werkgevers moeten zorgen voor zicht op de vraag. Ze werken daarvoor samen binnen VNO-NCW, NVO (Noord-Veluws Ondernemersoverleg), Kamer van Koophandel en heel concreet binnen Veluwe Portaal. Voor de afstemming met het onderwijs en de gemeenten is er het SEO (Sociaal-Economisch Overleg Noord-Veluwe) en daaraan gekoppeld Platform Onderwijs Arbeidsmarkt Noord-Veluwe. De uitdaging is zaken zo te organiseren dat de arbeidsmarkt de economische en persoonlijke ontwikkeling ondersteunt.

Vergrijzing en ontgroening

De beroepbevolking van de Noord-Veluwe bestaat nu uit 84.500 personen. Het Bureau Economisch Onderzoek heeft becijferd dat deze groep in 2015 iets gegroeid zal zijn naar 85.700 mannen en vrouwen. Net zoals in het hele land, vergrijst en ontgroent de beroepsbevolking snel. In de komende vijf jaar daalt het aantal kinderen van 0 tot 14 jaar. Hetzelfde geldt voor het aantal mensen in de leeftijdsgroep tussen 25 en 44 jaar. In dezelfde periode stijgt het aantal mensen van 45 tot 64 jaar en het aantal 65-plussers forser.

Meester en gezel

Dit betekent dat er de komende jaren steeds meer mensen met pensioen zullen gaan. Daar staan niet dezelfde aantallen jongeren tegenover die hun banen in kunnen vullen. Tegelijkertijd gaat er zo veel kennis en ervaring verloren. Het regionale Actieplan Jeugdwerkloosheid onderkent het laatste probleem. "In vergelijking met grootstedelijke gebieden is de werkgelegenheid op de Noord-Veluwe meer verspreid. Er zijn tal van kleinschalige ondernemingen die gebaat zijn bij het maatwerk van het meester-gezel uitgangspunt en zich daar uitstekend voor lenen". Het actieplan legt daarom directe verbindingen tussen werkgever en potentiele werknemer.

Arbeidsreserve

Een klein deel van de toenemende krapte op de arbeidsmarkt wordt opgevangen door de toename van arbeidsdeelname van vrouwen (met twee procent). Die winst blijft beperkt omdat daar een daling van de arbeidsdeelname van mannen met 1 procent tegenoverstaat.

Een groot deel van de arbeidsreserve bevindt zich in de categorie van mensen met een uitkering. Van hen zijn de mensen met een WW- of een WWB-uitkering (Wet werk en bijstand) het gemakkelijkst te bereiken. Extra inspanning is nodig om mensen met een Wajong- of een WAO/WIA-uitkering deel te laten nemen aan het arbeidsproces. Eind maart 2010 telde de Noord-Veluwe 2.230 personen met een WW-uitkering, en 1.560 bijstandsgerechtigden. Omgerekend naar het percentage van de totale beroepsbevolking is dat lager dan het landelijke beeld. Het percentage mensen met een WIA-uitkering ligt eveneens lager, maar het aandeel Wajong'ers is duidelijk hoger.

Structuur van de werkgelegenheid

Het aantal banen van 12 uur en meer per week, neemt naar verwachting toe van 72.080 in 2009, naar 74.070 in 2015. In de structuur van de werkgelegenheid zal weinig veranderen. Het aandeel van de horeca en de zakelijke dienstverlening blijft min of meer gelijk. Terwijl het aandeel van handel en reparatie iets zal stijgen. De grootste groei zal plaatsvinden in de zorg, omdat door de vergrijzing een toenemend aantal mensen zorg nodig. Deze budgetgestuurde sector groeit echter niet automatisch met de vraag. Het regeringsbeleid bepaalt in belangrijke mate hoeveel banen er kunnen ontstaan.

Opleidingsniveau

De beroepsbevolking is in de Noord-Veluwe gemiddeld lager opgeleid dan in de rest van het land. Wel is de regio bezig met een inhaalslag. Behoorde in 2005 nog 33% van de beroepsbevolking tot de laagopgeleiden, in 2009 gold dat voor nog maar voor 25%. Het aantal opgeleiden op middenniveau groeide van 45 naar 51 procent. Het verschil zit nu vooral in een plus op het middenniveau en een min op het hoge niveau in vergelijking met het landelijke beeld.

In het schooljaar 2009/2010 volgden ongeveer 6.900 leerlingen een MBO-opleiding. Dat is vier procent meer dan in 2005. Een derde van de leerlingen volgt een opleiding voor zorg of welzijn: een lichte afname. De sectoren techniek en economie zitten met respectievelijk 31% en 29% van de leerlingen in de lift.

Het rapport stelt dat een directe koppeling van onderwijs en (MKB-)bedrijven van groot belang is. "Dit kan gerealiseerd worden door stages, leerwerkplaatsen, docentstages en vakdocenten die lesgeven op het MBO".

Het regiorapport Noord-Veluwe is een onderdeel van de 'informatievoorziening arbeidsmarkt Gelderland', een samenwerkingsverband van onderzoeks- en adviesbureau CAB, de Rijksuniversiteit Groningen, opdrachtgever provincie Gelderland en POA Noord-Veluwe.

Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Gerrit Marskamp, projectleider economische impuls, Regio Noord-Veluwe. Telefoon (0341) 474 436 of gmarskamp@regionoordveluwe.nl

460